Introductie

 

Publicaties tot 2000

 

Publicaties na 2000

 

Interviews

 

Bronnen

 

Verantwoording

Introductie


“Leven is sabotage. Dit is geen slogan, maar een constatering. Ons dagelijks leven lijkt te zijn samengeperst tot een gigantische machine van levend vlees. Elke dag passeren we veel van haar apparaten: winkelcentra, voetgangerszones, fabrieken, kantoren, verkeerssystemen, scholen, ziekenhuizen, enz. Hoe verschillend hun doelen ook zijn, hun structuur is altijd identiek. Ze voeren de primitieve logica van de machine uit.

Mensen zijn niet zulke machines. De 'logica' van hun taal, spel en gevoelens bevat een rijkdom waarvan het niveau onbereikbaar is voor het armzalige skelet van de alledaagse machine. Maar al deze rijkdom die hun menselijkheid uitmaakt, is waardeloos vanuit het oogpunt van de machine, onwaardig leven. In het beste geval is het slechts een onbeduidende bijzaak, maar regelmatig een verstoring die moet worden gecontroleerd of zelfs meedogenloos geëlimineerd. Leven is sabotage geworden, alleen al omdat het leven is.

Wat is dan de machine? Velen zeggen: vooruitgang, weer anderen: een noodzakelijk kwaad, cultuurkritisch fijngevoeligen tenslotte: een dreigend monster uit de koker van het intellect. Dit alles is ofwel verkeerd of raakt niet de kern. De machine is geweld tegen ons leven. Maar het is dit niet toevallig, bijvoorbeeld als een onbedoeld schadelijk neveneffect van een verder neutrale ontwikkeling. Veelmeer is ze een regelrechte strategie van geweld, vernietiging, overheersing, onteigening. Ze is dit tot in de diepste diepten van haar logische en cybernetische principes. En het leven is hier niet het slachtoffer. Het is van het begin van de kapitalistische geschiedenis af aan een strategie van vrijheid, van autonomie, van subjectieve rijkdom. Beide strategieën zijn elkaars tegenstanders in een technologische strijd waarin ze zich wederzijds ontwikkelen. Je zou het de 'technologische klassenstrijd' kunnen noemen. Tegenwoordig beleven we de laatste fase. Over de hele wereld wordt het meedogenloze geweld van de inhalige machines geconfronteerd met de vijandige behoefte naar betekenis, waarheid en menselijkheid.” - Detlef Hartmann, 1988 (1)

intro

Tussen africhting en revolte

Je werkt binnen een bedrijf en krijgt van de afdeling HRM (Human Resource Management, voorheen personeelszaken) de opdracht om ter voorbereiding op je volgende functioneringsgesprek zelf een 360 graden feedback te organiseren, wat betekent dat je aan ten minste vier collega’s moet vragen wat ze van je vinden, niet alleen qua arbeidsprestaties, maar ook over je sociale gedrag, betrokkenheid, openheid over je privé-leven in het kader van het ‘Work-Life-Balance’-model, over je ambities en overtuigingen. Je weigert, vanuit zelfrespect en sociaal fatsoen.

Je werkt als sociaal-psychiatrisch hulpverlener bij de GGZ en wordt in je samenwerking binnen de wijkteams gedwongen je medische geheimhoudingsplicht t.a.v. je cliënten op te geven. Je gaat hier niet in mee, krijgt te horen dat je binnen het team dwars ligt en ‘moeilijk’ doet. Toch wil je blijven vasthouden aan je principes, integer blijven, wie ben je anders nog?

Je werkt in de ouderenzorg met een arbeidscontract voor twee dagen maar je werktijden worden over vier dagen verdeeld, je mag volgens je leidinggevende tegenwoordig wel enige flexibiliteit van medewerkers verwachten. Dit accepteer je niet maar bent bang je inkomen kwijt te raken.

Je zit in de bijstand en krijgt bericht dat de WMO-consulent langs komt om je privé-domein te betreden en tijdens een keukentafelgesprek “in onderling vertrouwen” je levensverhaal te horen, waarover je naar verwachting volledig transparant zult zijn, je wilt toch zo snel mogelijk re-integreren. Het feit dat je huis wordt geclaimd door de overheid voelt als een aantasting van je veiligheid en privacy en je besluit advies in te winnen bij een belangenorganisatie voor bijstandsgerechtigden.

Je familie leeft al generaties op het Chinese platteland maar nu wordt je, door de steeds hogere belastingen die je familie niet meer kan betalen, gedwongen dit leven op te geven en samen met 200 miljoen anderen naar industriesteden als Shenzhen en Guangzhou te migreren om daar als dagongmei te proberen te overleven. Je komt samen met lotgenoten en ontwikkelt met elkaar een eigen subcultuur om je eigenwaarde en levenslust niet te verliezen en weerstand te bieden tegen de schrijnende uitbuiting.

Je bent geboren in Ghana en nu 21, je land heeft zich ‘ontwikkeld’ waardoor je gemeenschap niet meer de bestaansbasis kan bieden zoals voorheen. Zonder toekomstperspectief onderneem je vol hoop een gevaarlijke reis naar het noorden en probeert met duizenden anderen de Middellandse zee over te steken, op zoek naar een toekomst.

Je leeft als kleine boer in een plattelandsgemeenschap op de Filippijnen. In opdracht van de regering in samenwerking met multinational Monsanto worden dorpen in jouw regio gewelddadig ontruimt door paramilitaire eenheden om de kleine percelen te ruilverkavelen ten behoeve van grootschalige genetisch gemodificeerde rijstteelt voor de export. Je neemt deel aan sabotage van de landbouwmachines en sluit je aan bij de boerenguerilla om nog bestaande dorpsgemeenschappen te verdedigen.

Geen heden zonder verleden

Het was in het Engeland van begin 19e eeuw, de tijd die door de burgerlijke wetenschap de eerste industriële revolutie wordt genoemd, dat sociale bewegingen ontstonden die zich heftig verzetten tegen de industrialisatie en technologisering van dat moment. Bevolkingen kwamen massaal in opstand, niet vanwege een techniek-vijandig sentiment, maar omdat de ontwikkelingen levensbedreigend waren en talloze slachtoffers maakten. Ze betekenden een gewelddadige onteigening van autonome en collectieve vormen van leven en werken, vernietiging van subsistentie-economieën en sociaal-culturele moraliteit. Deze onteigening, onderwerping en vernietiging vormde het sociale front waarop het innovatieoffensief van de heersenden plaatsvond. Het doel was het overleven buiten de fabriek onmogelijk te maken (2) en de levensenergie van mensen als arbeid onder te brengen in een commercieel industrieel proces.

Eenmaal ‘vrij gemaakt’ voor de fabrieksarbeid bleven de mensen zich verzetten, nu ook op de werkvloer. Hierdoor stagneerde de productieve groei en zag men zich van kapitaalzijde gedwongen de arbeid sociaal-technologisch ingrijpend te reorganiseren. De rond 1900 in gang gezette moderniseringen als reactie tegen de autonomie van de arbeid(st)ers worden aangeduid als fordisme, taylorisme en scientific management.

Niet alleen de arbeid(st)ersautonomie binnen de fabrieken maar ook het algehele maatschappelijke leven stagneerde de kapitalistische expansie steeds meer. Dientengevolge ontvouwde zich na de onderwerping en africhting van mensen tot fabrieksarbeid(st)ers een tweede grote innovatiefase, waarbij het niet meer alleen ging om de kapitalisering van arbeidskracht, maar om de integratie van de mensen in een nieuw productief maatschappelijk systeem: het ging om de reorganisering van de samenleving tot fabriekssamenleving. Twee wereldoorlogen, de periode van het nazisme en miljoenen doden leidden een nieuw tijdperk van kapitalisering in, bekend geworden onder de naam keynesianisme. Dit ging samen met een vernieuwd (post)kolonialisme. Tijdens de naoorlogse ‘restoratie’-fase werden de heersenden opnieuw geconfronteerd met groeiende opstand en revoltes, wereldwijd uitmondend in de sociale bewegingen van de jaren ’60.

Het door deze sociaal-revolutionaire bevrijdingsbewegingen in een diepe crisis gebrachte kapitalisme zocht vanaf de jaren ‘70 een nieuwe contra-revolutionaire overlevingsstrategie die zich inmiddels in volle omvang ontplooit onder de misleidende naam ‘(post)neoliberalisme’. Terwijl het voorheen ging om de kapitalisering van het arbeidsproces en later om de herstructurering van de samenleving tot productief systeem, gaat het in de huidige fase om de kapitalisering van het hele leven.

Sociaal antagonisme

Elke fase van maatschappelijke modernisering binnen het kapitalisme kenmerkt zich door ‘creatieve destructie’ (3): een gewelddadig proces van vernietiging van dat wat is, wat gangbaar is, van bestaande leefwijzen, gewoontes, sociale structuren, waarden en normen, denken en doen. Het betreft een samenlevingsbreed proces dat nieuwe waarden en waarheden wil creëren, nieuwe verhoudingen en een nieuwe verdeling tussen ‘winners’ en ‘losers’, een proces van selectieve integratie en africhting versus afkeuring, buitensluiting en vernietiging. De historisch essentiële kern van dit proces is de onderlinge strijd, het antagonisme tussen enerzijds het op steeds hogere sociaal-technologische niveau’s mensen winstgevend gebruiken ofwel afschrijven en anderzijds de weerstand en strijd tegen de productiefmaking en de commercialisering van het leven, tegen de verarming en het afgedankt worden.

De door het innovatief geweld veroorzaakte wereldwijde sociale verwoestingen hebben bewegingen – waaronder de migratiebewegingen – en dagelijks verzet en strijd opgeroepen, die het moderniseringsoffensief belemmeren en zo diens crisis verscherpen. De nervositeit onder de heersenden is het gevolg van de sociale onrust en strijd tegen hun gewelddadige waardescheppende onderwerping. De daadwerkelijke constante van kapitalistische ontwikkeling is dan ook de sociale revolutionaire strijd die de rijkdom van haar emancipatoire vormen steeds opnieuw laat zien. Zij beslist in hoeverre levensruimte gekapitaliseerd wordt. Deze strijd, dit sociaal antagonisme, is zoals al in voorgaande fases, de reden voor de angst bij de heersenden en hun reacties van ‘creatieve vernietiging’ zoals we overal kunnen waarnemen.

Socanta

Vanuit de roerige geschiedenis van sociale onrust en strijd zijn vanaf de jaren ‘60 - in Italië, in Duitsland en de Verenigde Staten maar ook elders - nieuwe maatschappelijke inzichten en analyses ontwikkeld. In Duitsland vonden die vooral hun neerslag in publicaties van de initiatieven Autonomie N.F. en Materialien für einen neuen Anti-imperialismus. Die initiatieven waren voor een belangrijk deel gemotiveerd door het nationaalsocialistische verleden, de naoorlogse doorwerking daarvan in de Duitse samenleving en de toepassing en doorontwikkeling van nationaalsocialistische innovatiestrategieën in het globaliserende imperialisme na 1945.

Uit dit nog steeds groeiende materiaal biedt Socanta een verzameling vertaalde teksten die een specifieke maatschappelijke oriëntatie uitdraagt waarin het ‘sociaal antagonisme’ centraal staat. Wat wordt bedoeld met het ‘sociaal antagonisme’, om welke oriëntatie gaat het? Waarom is deze belangrijk voor emancipatoire bewegingen, wat kan die voor ons betekenen, levend in confrontatie met het huidige innovatie-offensief dat een gewelddadige modernisering van alle levensterreinen met zich meebrengt?

 

 

Noten:

1. Detlef Hartmann, "Leben als Sabotage - Zur Krise der technologischen Gewalt", 2e druk, Schwarze Risse, Berlijn, 1988, p. 4.

2. De Britse historicus E. P. Thompson beschreef dit proces later als “ The Making of the English Working Class”.

3. Dit concept is ontleend aan de econoom Joseph Schumpeter, recentelijk o.a. door mondiaal consultancy-bedrijf McKinsey doorontwikkeld.