Introductie

 

Publicaties tot 2000

 

Publicaties na 2000

 

Interviews

 

Bronnen

 

Verantwoording

Verantwoording

 

In Duitsland hebben praktijk en theorievorming in bepaalde delen van sociale strijd vanaf de jaren ‘60 een unieke ontwikkeling doorgemaakt. Haar bijzondere karakter is sterk bepaald door de invloed van radicaal links in Italië en door een poging tot verwerking van het nazifascisme en de doorwerking daarvan na 1945 zowel binnen de Duitse samenleving zelf als in de naoorlogse globale maatschappelijke ontwikkeling.

Deze historische achtergrond heeft tot een verdere (zelf)kritische ontwikkeling geleid van wat bekend stond als het "operaïsme". Met name na 1979 toen, achteraf beschouwd, de ruggengraat van de Italiaanse beweging na massale arrestaties werd gebroken en een inhoudelijke en hieruit voortvloeiende praktische breuk plaatsvond met de Italiaanse Toni Negri c.s. en de Duitse Daniël Cohn-Bendit en Joschka Fischer c.s. - die steeds meer afgleden naar een parlementaire politiek (de Groenen) - zijn een aantal mensen doorgegaan met een nieuwe serie (Neue Folge) van het eerdere, door verschillende groepen gedragen tijdschrift Autonomie.

Met studies die in dit tijdschrift verschenen werd een inhoudelijke plaatsbepaling gezocht van waaruit, in samenhang met strijd elders ter wereld, in het Westen een strategische positie zou moeten worden bevochten waarbij ook hier de macht, "het imperialisme", zou moeten worden aangevallen. De organisatievorm van links zou daarbij recht moeten doen aan het doel van de strijd om bevrijding waarbij de marxistisch-leninistische vorm werd verworpen.

Na intensieve discussie tussen 1982 en 1985, waarvan de Autonomie-nummers 10 t/m 14 getuigen, ging het tijdschrift ter ziele. In 1987 werd door enkele oud-medewerkers en nieuwe mensen het initiatief genomen tot een doorstart, mede gemotiveerd door de landelijke Duitse campagne gericht tegen de vergadering van het IMF in Berlijn ("IWF-Mördertreff", september 1988). Vanaf najaar 1987 werd de doorstart ondersteund met de heruitgave van enkele nummers waarna vanaf het voorjaar van 1988 nieuwe publicaties verschenen onder de naam Materialien für einen neuen Antiimperialismus. De publicaties vormden een onderbouwing en neerslag van discussies bij praktijken van initiatieven in verschillende steden. In dit proces van aanhoudende reflectie op concrete praktijken met een anti-imperialistische insteek, herkennen we de methodiek van het (vroege) operaïsme. Hiermee werden naar ons idee cruciale inzichten aangaande het karakter van 'het sociaal antagonisme' verworven, die elders niet op deze manier zijn ontwikkeld.

In Nederland is men vrijwel onbekend met niet alleen de strekking van de studies, maar vooral ook met de bijzondere werkwijze waarbij analyse en opgedane ervaringen nauw op elkaar zijn betrokken en er op die manier aan kennisverwerving is gedaan. Deze methodiek heeft ook een lastig aspect omdat er een eigen betekenis aan begrippen kan worden gegeven en nieuwe begrippen worden geïntroduceerd. Dit blijft een zeer belangrijk punt. De inzet was tenslotte dat de studies een gebruikswaarde hebben voor de praktijk. Een praktijk van een links wat de strijd aanbindt kan dan ook nooit kritiekloos 'kennis' en inzichten kopiëren van wetenschappers. Die kunnen immers maar al te vaak als seismografen worden gezien die hooguit hun functie van sociale politie vervullen (of enkel een individueel belang nastreven).

De doorstart als Materialien is naar onze inschatting in Nederland nooit echt op haar merites beoordeeld. Dit zal niet in de laatste plaats met de repressie te maken hebben gehad (in de aanloop tot een anti-imperialistisch congres in Arnhem en politie-invallen bij tijdschriften en later tegen de RARA) waarmee dat deel van de linkse restbeweging in die periode werd geconfronteerd wat hier waarschijnlijk het meest ontvankelijk voor zou zijn geweest. Die repressie heeft veel gevergd en kort daarop kwam ook de immense impact van de val van 'de Muur' en de daarop volgende teloorgang van het zgn. 'reëel bestaande socialisme'.

Dit is de reden voor het in het Nederlands taalgebied beschikbaar stellen van een aantal analyses van de initiatieven Autonomie N.F. en Materialien für einen neuen Anti-imperialismus en van indertijd aan hen gelieerde projecten als het Antirassismusbüro Bremen en de Forschungsgesellschaft Flucht und Migration e.V (FFM). En daarnaast ook van recentelijke initiatieven - geïnitieerd door bij de eerdere projecten betrokken individuen - als Sozial.Geschichte Online maar zeker ook Capulcu dat het duiden van (informatie-) technologie wil actualiseren.

Een deel van de hier aangeboden vertalingen zijn eerder gepubliceerd in verschillende uitgaven en op diverse platforms. Het verzamelen ervan op deze site biedt een samenhangend en verdiepend beeld van het sociaal antagonistisch perspectief. In het brandpunt van het sociaal antagonisme staat het gevecht voor behoud van menselijkheid, autonomie, subjectiviteit, van leven, samenleven en de daaraan verbonden bescherming van sociale waarden. Deze strijd is revolutionair te noemen vanwege de bevrijdende energie van een onmetelijke veelheid van dagelijkse confrontaties tegenover het innoverend geweld van kapitalistische ontwikkeling.

Socanta wil als vertaalproject bijdragen aan verdieping van collectieve inzichten en versterking van gemeenschappelijke waarden in samenhang met de dagelijks plaatsvindende strijd voor menswaardigheid en bestaansrecht. De vertalingen zijn voor een belangrijk deel van eigen hand en vallen dan ook onder eigen verantwoording. Voor inhoudelijke reacties kan contact worden gezocht met de desbetreffende redacties van de Duitse initiatieven, hun contactgegevens zijn te vinden via de pagina Bronnen.