"De crisis van een offensief"
Detlef Hartmann is advocaat en auteur van talrijke boeken en artikelen. Sinds de jaren '70 volgt hij de veranderingen van kapitalistische overheersing intensief evenals de sociale strijd daartegen, eerst als medewerker van het tijdschrift "Autonomie", daarna van het vervolgproject "Materialien für einen neuen Antiimperialismus". Onlangs heeft hij het eerste deel van zijn trilogie over "Krisen -Kämpfe-Kriege" onder de titel "Alan Greenspans endloser 'Tsunami'" gepubliceerd*.
Uw analyse van de nog steeds voortdurende crisis botst met alle gangbare theorieën, ook die van links. Kunt u die kort samenvatten?
Ik beschrijf de crisis als stagnatie van een baanbrekend, langdurig innovatie-offensief. Dit offensief werd aangezwengeld door startende ondernemingen, zogeheten startups op het gebied van informatietechnologieën en groeide – ondersteund door enorme leningen, met name van de centrale bank van de VS, de Fed – uit tot een wereldwijde, op een heel tijdperk gerichte aanval. Het expliciete doel was om de tegenmacht van de arbeidersklasse duurzaam te verbrijzelen, om de oude fordistische maatschappelijke structuren permanent te vernietigen en tegelijkertijd het kapitalistische regime en de verzwakte Amerikaanse hegemonie te vernieuwen.
Het offensief werd afgezwakt in 2000 en 2008 als gevolg van overspeculatie en vervolgens hervat met hulp van nieuwe kredieten. Het ontstaan van speculatieve zeepbellen was gepland, de recessies bewust op de koop toe genomen. Tot de actuele stagnatie aan toe. Maar de doelen waren bereikt, de wereldwijde dominantie van Silicon Valley is hiervan het meeste opvallende resultaat.
De huidige stagnatie wordt door vooraanstaande economen als Lawrence Summers, de adviseur van Barack Obama, vergeleken met de depressie van de jaren dertig. En terecht, want ook die betekende de stagnatie van een door kredieten gevoed fordistisch offensief in de jaren twintig. Dat wat we nu "crisis" noemen, is dus een stagnatie van een innovatie-offensief, de crisis van een offensief. Op dit moment lijken – met het oog op de globale schuld van 199 miljard VS-dollars – de mogelijkheden uitgeput om dit offensief door middel van nieuwe leningen, dus schulden, weer op de rails te krijgen, die zouden kunnen zorgen voor investeringen en consumptieve vraag. Toch betekent deze crisis nog niet hetzelfde als een crisis van het kapitalisme. Daarvan was eerder sprake ten tijde van het fundamenteel ter discussie stellen van het kapitalistische commando en de wereldwijde uitbuiting door de bewegingen van de jaren zestig en zeventig. Het in mijn boek* beschreven innovatie-offensief was daar een antwoord op, dat was gericht op de vernieuwing van de kapitalistische heerschappij met behulp van nieuwe technologieën.
Het beleid van de centrale bank van de Verenigde Staten en haar voormalige chef, Alan Greenspan, staan bij u centraal. Dat klinkt als iets personaliserends en als complottheorie ...
Het was de Fed onder leiding van voorzitter Alan Greenspan die – in zijn woorden – zorgde voor een met kredieten gevoede financiële "tsunami" om het offensief aan te wakkeren. Opzettelijk en expliciet gerelateerd aan het historische offensief van het fordisme. Zo zijn het dus altijd mensen en uit mensen bestaande nieuwe voorhoede-formaties van het kapitalisme die een dergelijk offensief ontwikkelen. Zij maken geschiedenis. Zij handelen vanuit de drijvende ondernemende kernen. Het zijn handelende personen die dat doen. Het lijkt me verkeerd hen qua theorie in structuren tot automatische subjecten te depersonaliseren. Dat soort absurditeiten zijn niet tot "links" beperkt. De burgerlijke theoretici minimaliseerden hun rol met quasi-religieus fanatisme in een apotheose van het marktmechanisme voor de ineenstorting van 2008. Daarvan waren ze echter snel weer genezen, ze werden gedwongen conclusies te trekken en de anonieme modellen naar de kelder te jagen om vervolgens de in personen belichaamde krachten van het kapitalisme ter verantwoording te roepen.
Slechts één voorbeeld: studies hebben aangetoond dat ondernemerskwaliteiten tot meer dan 40 procent verantwoordelijk zijn voor het succes van valorisatie en exploitatie. William Baumol (VS-amerikaanse econoom, opm. v.d. red.) heeft in 2008 uitgelegd waarom die toch niet in economische modellen werden genomen. Ze zijn niet te kwantificeren en zijn daarom niet geschikt voor modellen. Kapitalistisch - en dat is in de eerste plaats ondernemend - initiatief en concurrentiestrategie zijn niet formaliseerbaar. Echter, het is absurd om in een theorie van de kapitalistische economie deze variabele achterwege te laten en haar tot een subjectvrije "machine" te reduceren, zoals de Marx-orthodoxie wil. Dit geldt nog meer met het oog op de voor elk revolutiebegrip zo belangrijke subjectiviteit van strijdende en zich bevrijdende mensen. Zij beslist over de te veroveren ruimte door het kapitaal, is echter grotendeels uit de linkse theorie verwijderd. Wat dat betreft is het verwijt van "complottheorie" in onze context op zijn best amusant.
Hoe konden al deze doelstellingen uitgerekend worden bereikt door deze expansieve monetaire politiek?
Het woord "uitgerekend" slaat de plank mis. Innovatie-offensieven van deze baanbrekende omvang zijn altijd door enorme kredieten uit het niets ontketend. De Fed heeft haar handelwijze uitdrukkelijk en met een opmerkelijk historisch bewustzijn daar op gebaseerd. Daarom berusten mijn voorstellingen ook niet op een puur analytische prestaties. Ze werden me regelrecht opgedrongen bij het lezen van de Fed documenten. Men kan ze nalezen op duizenden pagina's die ik in het boek met bronvermeldingen heb geciteerd en inhoudelijk weergegeven. Niemand had die tot dan toe gelezen.
Bij de analyse van deze "onontdekte agenda van een baanbrekende kapitalistische aanval", zoals u ze noemt, heeft u de verwijzing naar Marx en zijn categorieën, zoals hierboven al aangegeven, niet veel meer geholpen. In het boek beschrijft u deze zelfs als "ingrediënten van een lang achterhaalde methode". Dit is krachtige taal.
Marx zegt me nog altijd iets, namelijk de revolutionaire Marx uit de vroege geschriften waarin hij nog rekening hield met de subjectiviteit van de klasse en haar strijd. De ‘krachtige taal’ om de subjectvrije methodiek als achterhaald te bestempelen, is nog mild in vergelijking met de krachtige taal waarop Marx ons in zijn daaropvolgende wending trakteert, als hij als vijftiger propagandist van de ondernemende technologische aanvallen wordt, haar barbarij verhult in de productiviteitsmythe en de aanpassing van de "productieverhoudingen" qua "theorie" voorschreef. Een typisch reformistische ommezwaai dus met de bekende historische consequenties. En het partij kiezen voor de kapitalistische vooruitgang en zijn tot aan oorlog en genocide toe reikende geweld.
Volgens u is de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter niet alleen voor Greenspan ideologische inspiratiebron, maar voor bijna alle protagonisten van de innovatie-offensieven. Is de "sociale oorlog" door "creatieve destructie" daarmee de eigenlijke constante van het kapitalisme?
Schumpeter heeft de historische weg van de cyclische baanbrekende innovatiecampagnes en zijn "barbaarse" ondernemende voorhoedes alleen geanalyseerd. Zo is hij al vroeg tot theoreticus van de 21e eeuw vernoemd . "Creatieve destructie" werd daarmee als een wezenlijke constante van het kapitalisme erkend.
De cyclus lijkt nog niet afgerond. Het bijzonder ruime monetaire beleid - trefwoord nulrente of ook kwantitatieve geldverruiming (quantitative easing) – vormt boven het intreden van de crisis uit een constante van alle crisisregimes in Europa, de VS en ook bijna alle geïndustrialiseerde en opkomende landen. Gelden de door u onderzochte motieven bijgevolg ook boven de crisis uit of signaleert dit niet eerder de wanhoop van de heersers en hun angst voor een grote devaluatiegolf ?
De genoemde motieven zijn tot en met vandaag geldig. De wereldwijde sociale verwoestingen hebben bewegingen – waaronder ook de migratiebewegingen – en strijd opgeroepen, die het innovatie-offensief belemmeren en zo diens crisis verscherpen. De wanhoop van de heersers is het gevolg van de strijd tegen hun vormen van geweld en waardescheppende onderwerping. Hun technologische geweld wel te verstaan, hoe ze met hun IT-strategieën alle aspecten van het leven op een wereldwijde schaal doordringen op zoek naar nieuwe bronnen van waardeschepping. De echte constante van het kapitalisme is echter de sociaal-revolutionaire strijd die de rijkdom van haar emancipatoire vormen steeds opnieuw laat zien. Die strijd is, zoals al in voorgaande historische etappes, de reden voor de wanhoop van de heersenden zoals we overal kunnen waarnemen.
Welke strijd bedoelt u? Opnieuw hebben zich toch alle verwachtingen van de crisis als verloskundige van een sociale revolutie of op z’n minst van verzet belachelijk gemaakt? Uw formulering, dat "ons" slechts een "alomvattende sociale revolutie" zou kunnen redden, lijkt hier toch wat bloedeloos te zijn. Heeft u echt een concrete hoop?
Voor mij is er niet alleen hoop, maar een concrete verwachting. Het innovatie-offensief is immers nog maar net begonnen. Ze wordt geconfronteerd met veel weerstand en een stagnatie van haar dynamiek, momenteel verbonden met een opvallend gebrek aan strategische opties. Dit geeft zeker hoop. Maar het opent ook, gezien de ervaringen uit het verleden, het vooruitzicht op nieuwe barbarij van de kapitalistische avant-gardes. Dit vraagt om de ontplooiing van sociaal-revolutionaire energieën, juist nu.
-----
Het interview werd gevoerd door Axel Berger.
Bron: http://jungle-world.com/artikel/2016/27/54418.html
* Detlef Hartmann "Krisen - Kämpfe - Kriege, Alan Greenspans endloser "Tsunami". Eine Angriffswelle zur Erneuerung kapitalistischer Macht. ISBN 978-3-86241-448-2. http://www.assoziation-a.de/buch/185. |